Historisch Limmen

Archeologisch onderzoek

Craenenbroeck Heiloo in relatie tot het onderzoek aan de Visweg-Hogeweg in Limmen en Hooghuizen in Limmen.

Oktober 2004 werd voor de archeologische werkgroep Limmen een historische maand, toen werd op de strandwal van Akersloot, genaamd Klein Dorregeest, Klokbeker cultuur ontdekt.

Voor mij persoonlijk een onbeschrijfelijk moment. De strandwal van Akersloot is ouder dan de strandwal van Limmen-Heiloo, op die strandwal was Bronstijd de vroegst bekende periode. Zou er bewoning in de Late Steentijd mogelijk geweest zijn op de strandwal van Limmen ? Dat gegeven werd een drijfveer om te blijven speuren, de eerste symptomen deden zich voor in 2012 bij een perceel genaamd Hooghuizen, de vondst van eergetouwkrassen.

Gewaarschuwd door deze vondst volgde in 2014 een onderzoek aan de Visweg-Hogeweg, dit onderzoek volgden wij nauwlettend, met de ervaring van Hooghuizen konden wij de onderzoekers van het ADC (Archeologische Diensten Centrum) opmerkzaam maken over de opbouw van de veenlaag, dit werd niet overgenomen. Er restte ons niet anders dan zelf het heft in handen te nemen en de veenlaag te onderzoeken, er kwamen aan de onderkant van de veenlaag eergetouwkrassen tevoorschijn, het moge duidelijk zijn dat dit de nodige commotie teweeg bracht, het werd ons niet in dank afgenomen ! Deze ervaring konden wij inbrengen in het onderzoek van Craenenbroeck in 2015, ook toen werden eergetouwkrassen gevonden aan de onderkant van het veen en vervolgens kwam een huisplaats te voorschijn en een datering, bingo !

craenenbroeck   eergetouwkrassen

De onderzoeken:

Op een perceel bestemd voor de bouw van een zorginstelling genaamd Craenenbroeck in Heiloo werd door Hollandia (Jan de Koning) een archeologisch onderzoek uitgevoerd met medewerking van het team Limmen. De kern van het onderzoek richtte zich op het veenpakket.

Veenpakket

Aan de onderkant van het 80 cm dikke veenpakket bevond zich een 15 a 20 cm dikke grijze cultuurlaag of akker laag, onder deze cultuurlaag kwamen eergetouwkrassen tevoorschijn. Op enkele plaatsen onderin het veen leek geakkerd te zijn, herkenbaar aan schollen zand. De veen groei is mogelijk begonnen rond 1900 v.Chr. Uit de datering van het houtskoolonderzoek is gebleken dat de sporen dateren uit de laatste fase van het late Neolithicum en kan worden toegeschreven aan de klokbeker cultuur. (Uit de archeologische kroniek van N-Holland 2013, Jan de Koning) Door de resultaten uit dit onderzoek kunnen wij Craenenbroeck aanmerken als de sleutelsite in de regio en heeft invloed op eerdere en toekomstige onderzoeken.

craenenbroeck   eergetouwkrassen

Visweg-Hogeweg Limmen

Het ADC heeft in sept. 2012 een proefsleufonderzoek uitgevoerd op een perceel gelegen aan de Visweg hoek Hogeweg in Limmen. Op die locatie werd aangetoond dat aan de onderkant van het veenpakket zandschollen met daaronder eergetouwkrassen aanwezig waren. De overeenkomst met het latere onderzoek van Craenenbroeck is frappant en eigenlijk ook wel logisch gezien de ligging ten opzichte van elkaar. De proefsleuf liep van oost naar west, naar het westen toe dook de veenlaag en lijkt verder naar het zuiden door te lopen (De vraag is of het voormalige wash-over/kweldersysteem zoals aangegeven op de kaart van het Oer-IJ estuarium, 2500 v.Chr [Lange, Besselsen, van Londen 2004] nog wel volledig te noemen is), de daling van de veenlaag valt te koppelen aan het wash-over systeem van genoemde kaart. (geologisch valt hier nog wel eer te behalen) De naderhand ontvangen rapportage van het ADC maakt het beeld van Laat Neolithicum op de strandwal Limmen-Heiloo compleet. Het onderzoek van Craenenbroeck is ook meegenomen in de rapportage van het ADC.

craenenbroeck

Hooghuizen Limmen

In 2011 werd door Diachron (Menno Dijkstra) samen met de archeologische werkgroep Strandwallen Limmen een inventariserend onderzoek verricht naar een begraven hofstede. In het rapport zicht op Hooghuizen staat dit onderzoek centraal. De bijvangst, hierover meer, komt minder aan bod.

Akker laag:

Aan de flanken van het duin is sprake van een dikkere humeuze top hetgeen kan betekenen dat hier sprake is van een akker laag. In fig.9 van het rapport wordt aangegeven dat de oude akkerlaag onder het veen en kreekafzetting verdwijnt. Gerefereerd wordt aan de jongste datering (aanname, geen datering) van het veen op de site de Krocht (2003/2004) en zal de overstuiving na de Bronstijd (aanname, geen datering) hebben plaats gevonden. Ook de akker laag wordt gedateerd op Midden Bronstijd met als tijdsreferentie de Krocht.

Er zijn 7 stukjes natuursteen gevonden, 2 stukjes vuursteen en een vuurstenen schrabber. De schrabber, is gezien de context, waarschijnlijk bij het diepspitten naar boven gehaald en van oorsprong afkomstig uit de ondergelegen strandwal of het direct daarop gelegen oude duin met vegetatie horizont en sporen van beakkering. De oudste vondst, de schrabber, is op basis van het ontstaan van de strandwal met oud duin te dateren vanaf het laat Neolithicum (2500-1800 v.Chr.)

Uit de rapportage Zicht op Hooghuizen:

De onduidelijkheid over de precieze datering van de vroegste sporen zorgt in mij ogen voor een onjuiste datering.

craenenbroeck

Conclusie:

Op grond van de resultaten van de sleutelsite Craenenbroeck kan een conclusie getrokken worden uit het onderzoek Visweg-Hogeweg Limmen. De geconstateerde overeenkomst met Craenenbroeck kan daarom hoogstwaarschijnlijk als uitkomst hebben laat Neolithicum.

Voor Hooghuizen ligt het gecompliceerder, er zijn geen dateringen voorhanden er is voorzichtig geïndiceerd met als uitkomst Bronstijd, steentijd zou kunnen. Op grond van de schaarse vondsten tijdens het onderzoek en vondsten in het verleden zoals de maalsteen en het stenen bijlfragment (Alkmaars jaarboekje 1969 Cordfunke) kan ook hier eerder sprake zijn van laat Neolithicum.

Zowel op de strandwal van Akersloot als op de strandwal van Limmen zijn de vroegste bewoningssporen zijn ontdekt, eerdere bewoning was niet mogelijk. (Vorming strandwal 3000-2500 v.Chr.) Dat de strandwal van Limmen ook in het late Neolithicum bewoond zou zijn is een verrassing omdat de strandwal jonger is dan de strandwal van Akersloot.

De betekenis van deze conclusie is dat bij onderzoeken scherper moet worden gelet op steentijd/vroege bronstijd, de overgang tussen deze periodes is lastig te duiden. en wordt daarom tot de bronstijd gerekend. De overgang van steentijd naar Bronstijd lijkt zelfs later door te lopen tot na 2000 v.Chr.

foto's: Kitty Hoogland (Baduhenna)

Ron Duindam oktober 2015